Hoe kies je de juiste leesvorm?
Deze keuze- en evaluatievragen helpen je op weg
Helpen kiezen
Hans Beerens, toegankelijkheidsmanager bij Dedicon: ‘Wie voor de keuze van een leesvorm staat, adviseer ik altijd zichzelf enkele specifieke keuzevragen te stellen. Deze vragen zijn van belang om de middelen, de omgeving én de wensen van de leerling in kaart te brengen. En vervolgens op elkaar af te stemmen.’
De gebruiker |
|
De taken |
|
De omgeving |
|
De technologie |
|
SETT-model van Joy Zabala
Deze vragen om middelen, omgeving en wensen van de gebruiker in kaart te brengen, zijn gebaseerd op het SETT-model van Joy Zabala. SETT staat voor Student, Environment, Task en Technology. Meer over de achtergronden en downloads vind je op http://joyzabala.com.
2 tips
- Natuurlijk is de leerling altijd het uitgangspunt. Het kiezen wordt makkelijker met de gratis demoproducten van alle leesvormen. Links naar de demo's vind je onderaan deze pagina.
- Bekijk bij de start van groep 7 al welke leesvormen kunnen ondersteunen. Zo is de leerling bij de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs al gewend te werken met deze hulpmiddelen. In de brugklas verandert namelijk alles en als de leerling dan nog eens moet starten met de hulpmiddelen, dan is dat extra pittig.
Evalueer of het hulpmiddel helpt
Maar hoe wee je nu of je écht goed zit? Hans Beerens: ‘Om te achterhalen of de gekozen leesvorm ook echt goed past bij de leerling, evalueer je dat samen met de leerling zelf. Dat doe je aan de hand van deze '3G's': Gemak, Genot en Gewin. Hoe meer vragen met een ‘ja’ beantwoord kunnen worden, hoe beter de leesvorm ook echt past. De kans op acceptatie en langdurig gebruik nemen toe als deze alle drie hoog scoren. Een lage score op een onderdeel kan aanleiding zijn voor meer ondersteuning of een andere keuze. Ook de omgeving is een zwaarwegende factor.’
Gemak
- Eenvoudig te gebruiken?
- Betrouwbaar?
- Efficiënt en zonder te veel handelingen te gebruiken?
- Passend bij taken?
- Ondersteuning aanwezig?
Genot
- Motiverend?
- Prettig?
- Geeft zelfvertrouwen?
- Zelfredzaam in gebruik?
Gewin
- Verbetert het leren?
- Verbetert resultaten?
- Effectief (bereikt het doel)?
Model van Betty Collis
De vragen van de 3G’s zijn gebaseerd op het 4E-model van Betty Collis. Zij maakt in het model onderscheid tussen de factoren:
- Ease of use (gemak)
- Engagement (genot)
- Effectiveness (gewin)
- in een specifieke Environment (omgeving).
Een voorbeeld van Gemak, Genot en Gewin
Jens heeft dyslexie. We vroegen hem hoe hij leest. “Ik kijk eerst altijd naar de afbeeldingen bij een tekst. Dat maakt vaak al een hoop duidelijk. En dan ga ik het wel of niet lezen. Als er tekst in staat die ik moeilijk kan lezen maak ik er vaak een foto van. Die zet ik op Whatsapp naar mijn vriendin. Zij kan dan de tekst voorlezen en mij de audio-opname terug appen. Zo heb ik snel datgene wat ik moet leren.” Gemakkelijk en effectief, dat wel. Maar wint iedereen hierbij? Wanneer de lesstof zou worden voorgelezen, bijvoorbeeld op een laptop of via de LEX-app, levert dit onafhankelijkheid op bij de leerling. De lesstof hoeft niet meer te worden voorgelezen door de docent, ouders of een maatje. Kortom, tijdwinst voor alle partijen. Bovendien kan de leerling het voorlezen ook nog pauzeren. Of zoals een leerling ons ooit vertelde: “Dat is fijn, want mijn moeder kan ik niet op ‘stop’ zetten.”