Didactische aanpassingen bij rekenen: getallenlijnen
Uitleg en voorbeelden
Voorbeeld
Getallen vastmaken aan de getallenlijn.
Didactische aanpassing
Opdracht 7.
Je krijgt 10 keer een getal.
Tussen welke 2 tientallen ligt het getal?
Vul in. De eerste is voorgedaan.
[0] 9 [10]
[ ] 18 [ ]
[ ] 27 [ ]
[ ] 36 [ ]
etc.
Voorbeeld
Getallen vastmaken op een willekeurige plek.
Didactische aanpassing
Opdracht 2.
Je krijgt 8 getallen.
Zet ze van klein naar groot.
Begin met 0 en eindig met 100.
0 25 75 90 50 10 60 100
[ ]
De leerling oefent hier met de volgorde van de getallen, maar het verhoudingsaspect gaat verloren, namelijk dat er tussen 10 en 25 minder streepjes zitten dan tussen 25 en 50. Daarom is het aan te raden om bij dit soort opdrachten gebruik te maken van een reliëftekening of ander tactiel materiaal.
Voorbeeld
Herhaald optellen met getallenlijn.
Didactische aanpassing
Er gaan 2 broodjes in een zakje.
Lees hoeveel zakjes je hebt.
Hoeveel broodjes zijn het samen?
Reken uit.
Eerst met sprongen op de getallenlijn, dan met een gewone som.
a. Je hebt 3 zakjes.
getallenlijn: 0 + 2 = 2 + 2 = 4 + 2 = 6
som: 2 + 2 + 2 = [ ] broodjes
b. Je hebt 5 zakjes.
getallenlijn: 0 + 2 = [ ] + 2 = [ ] + 2 = [ ] + 2 = [ ] + 2 = [ ]
som: [ ] + [ ] + [ ] + [ ] + [ ] = [ ]
Voor deze opdracht is het nodig dat het kind al kennis heeft van het concept ‘getallenlijn’. Als de leerling in een eerder stadium voldoende heeft geoefend met een voelbare getallenlijn, dan begrijpt het als het goed is wat er bedoeld wordt met het maken van sprongen.
[Bron afbeeldingen: Reken zeker, Leerwerkboek 4c, Noordhoff Uitgevers 2010 & Ajodakt Werkboek Rekenen Groep 4-5, Hoofdrekenen tafels t/m 10, ThiemeMeulenhoff 2010]