Didactische aanpassingen bij taal: antwoorden aankruisen
Een taalopdracht toegankelijk maken
Voorbeeldopgave
Het antwoord aankruisen in een van de drie kolommen.
Didactische aanpassing
Opdracht 5.
Je krijgt zes zinnen. In elke zin staat een bijvoeglijk naamwoord. Schrijf dat op.
Wat voor soort bijvoeglijk naamwoord is het? Je krijgt steeds drie opties. Kruis aan.
a. Zij heeft de bloemen in het rieten mandje verzameld.
bijv nw: [ ]
[ ] bijv nw
[ ] stoff bijv nw
[ ] bijv nw van ww
b. Ik lust heel graag sterke mosterd op mijn braadworst.
bijv nw: [ ]
[ ] bijv nw
[ ] stoff bijv nw
[ ] bijv nw van ww
c. Pas op! Brand je niet aan die hete frituurpan.
bijv nw: [ ]
[ ] bijv nw
[ ] stoff bijv nw
[ ] bijv nw van ww
etc.
Dit is een eenvoudige aanpassing. Omdat de blinde leerling niet kan onderstrepen, moet hij het bijvoeglijk naamwoord eerst opschrijven. De verschillende antwoordopties staan onder elkaar en worden bij elk woord herhaald. Omdat het invulhokje voor het antwoord staat, hoeft de blinde leerling niet steeds alles te lezen. Hij heeft aan een paar letters genoeg.
[Bron afbeelding: Taalverhaal.nu, Taal, Werkschrift 6A, ThiemeMeulenhoff]