Didactische aanpassingen bij taal: woordspin
Hoe maak je een goede alternatieve taalopdracht?
Met een woordspin leren leerlingen hun kennis over een woord of een thema visueel in een woordspin te zetten. En dat niet alleen. Ze leren ook te associëren en krijgen een grotere woordenschat. Hoe zorg je ervoor dat een blinde of zeer slechtziende leerling evenveel profijt kan hebben met een alternatieve taalopdracht? Daarvoor heeft Dedicon een oplossing bedacht: didactische aanpassingen. Wij geven een voorbeeld.
Voorbeeld
Invullen van een woordspin
Didactische aanpassing
Opdracht 7 (haasopdracht)
Maak een woordspin met het woord puinhoop.
Schrijf zes woorden op.
[ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ]
De vormgeving van de woordspin gaat voor de blinde leerling verloren. Toch handhaven we de term ‘woordspin’, omdat deze tijdens de klassikale bespreking of het samenwerken met medeleerlingen vaak gebruikt zal worden. Het is aan de leerkracht om uit te leggen wat het inhoudt.
[Bron afbeelding: Taalverhaal.nu, Taal, Werkschrift 4A, ThiemeMeulenhoff]