‘Er is iets niet pluis, maar wat?’

Moeder Astrid over het eerste vermoeden van dyslexie

Evy (12) heeft dyslexie. Maar voordat ze deze diagnose kreeg, en vervolgens de nodige begeleiding, ging er wel het een en ander aan vooraf. Want al vanaf groep 3 kreeg Evy steeds meer moeite met lezen. Wat was er aan de hand? Moeder Astrid vertelt over hun zoektocht. Over de eerste signalen dat er iets aan de hand was en de eerste keer dat dyslexie ter sprake kwam. Dit is deel #1van de serie ervaringsverhalen Zoektocht van een moeder.

“Toen Evy in groep 4 zat zagen we pas echt goed dat lezen een struikelblok werd. Ze vond lezen helemaal niet leuk. En dat vonden we eigenlijk heel raar, want als peuter had ze voor haar leeftijd al een best grote woordenschat. Ze is ook altijd heel onderzoekend geweest, deed graag spelletjes, maakte al vroeg puzzels met heel veel stukjes. En we lazen haar ook altijd veel voor.”

Eerdere signalen

Toch waren er al eerder signalen. Toen Evy in groep 3 zat merkte Astrid eigenlijk al dat ze moeite had met het aanleren van nieuwe woordjes. “Haar zus Veerle was op die leeftijd al veel verder; zij kon toen al makkelijke zinnetjes schrijven. Toen Evy een jaar verder was en in groep 4 zat, werd het voor ons pas echt duidelijk. Woorden die ze toen allang moest beheersen, bleef ze fout schrijven. Bijvoorbeeld het woord ‘beer’. Ik weet nog dat ze heel lang ‘bir’ bleef schrijven met een ‘i‘ in plaats van dubbel ‘e’.” 

Evy en haar moeder Astrid aan de keukentafel

Lager AVI-niveau

Niet alleen door de vergelijkingen met Evy’s oudere zus kreeg Astrid het gevoel dat er iets mis was. Ook de praatjes met andere ouders zette haar aan het denken. “Als ik op de kinderen stond te wachten op het schoolplein, dan sprak ik natuurlijk ook andere moeders. Dan hoorde ik dat hun kinderen allemaal al een stuk verder waren. Evy zat aan het einde van groep 4 pas op AVI-niveau M3/E3, haar vriendinnetje Sofie zat toen al op M5! Langzaam groeide bij ons dus het vermoeden dat er iets niet helemaal pluis was.”

Advies van de school

Astrid en haar man Sander, de vader van Evy, stapten uiteindelijk met hun zorgen naar school. “De school wilde het voorlopig nog even aanzien. Ik weet nog dat haar juf ons vertelde dat ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt. Dat het ene kind bijvoorbeeld met grote sprongen vooruitgaat met lezen, maar achterblijft met rekenen.  En bij het andere kind kan dat weer helemaal andersom zijn. En dat dat ook per periode kan verschillen; de ene keer gaan kinderen als een speer vooruit en de andere keer weer wat minder. Tja, met die wetenschap was Evy nog steeds niet geholpen.”

“Later dat jaar gaf de juf aan dat het leestempo van Evy inderdaad behoorlijk achterbleef. Toen kregen we het advies om met Evy thuis te oefenen. Iedere avond zat Sander dan met Evy een half uurtje op de bank met een leesboek. Met veel tegenstribbelen van Evy; dat oefenen ging niet bepaald van een leien dakje...”

Dyslexie, ver-van-ons-bed

Dat Evy’s leesachterstand een gevolg kon zijn van dyslexie zou pas later, in groep 5, blijken. Eerder hadden Astrid en Sander daar nog niet serieus over nagedacht. “Het woord ‘dyslexie’ was wel eens gevallen, maar daar deden we meestal wat lacherig over. Voor ons was dat nogal ver-van-ons-bed, iets dat in andere gezinnen voorkwam.”

Wil je weten hoe het Astrid en Evy verder is vergaan? 
Lees dan deel #2 van de serie ervaringsverhalen Zoektocht van een moeder >>

Afbeelding
Klantenservice Dedicon

We helpen je graag verder!

Heb je een vraag over aangepaste schoolboeken? Onze klantenservice helpt je graag verder!
T: 0486 486 486

Op de hoogte blijven?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang de nieuwste artikelen van Goede Kennis elk kwartaal in je mailbox.

Vermoeden van dyslexie?

Heb je net als Astrid een vermoeden dat je kind mogelijk dyslexie heeft? Het is van groot belang dat dit vroegtijdig wordt gesignaleerd en behandeld. Op de sites van Steunpunt Dyslexie, Impuls en Woortblind en Dyslexie Centraal kun je bijvoorbeeld lezen wat dyslexie inhoudt, hoe je dyslexie kunt herkennen en wat de school kan/moet doen. In het basisonderwijs krijgen kinderen met leesproblemen gerichte ondersteuning. Sommige scholen hebben een dyslexieprotocol, waarin staat hoe zij omgaan met dyslexie. In het zorgplan van de basisschool staat welke methoden en hulpmiddelen de school gebruikt voor dyslectische leerlingen. Pas wanneer dyslexie is vastgesteld en een dyslexieverklaring is afgegeven, kunnen hulpmiddelen en extra maatregelen worden geregeld. Daaronder vallen ook aangepaste schoolboeken, zoals gesproken boeken, boeken in EPUB, vergrotingen of dyslexiebestanden. In de rubriek Dyslexie op deze site lees je daar meer over. 

SERIE: Zoektocht van een moeder

Publicatiedatum: 10 januari 2023 Laatste update: 1 year geleden