Didactische aanpassingen bij spelling: plaatjes

Afbeeldingen toegankelijk maken bij spellingsopdrachten

Bij spellingopdrachten worden dikwijls plaatjes gebruikt. Maar daar kunnen blinde leerlingen niets mee. Hoe zorg je er als leerkracht voor dat een blinde of zeer slechtziende leerling toch mee kan doen en dezelfde stof leert? We geven je enkele voorbeelden van de manier waarop Dedicon opdrachten met plaatjes didactisch aanpast voor blinde en slechtziende leerlingen.

Voorbeeldopgave

Een woord invullen bij een plaatje:

Het plaatje vervangen door een zin. De woorden zijn gegeven.

vijf plaatjes met schrijflijntjes eronder

Didactische aanpassing

Opdracht 3.
Je krijgt vijf zinnen. Vul in elke zin een woord met ng of nk in.
Kies uit: spring - drink - slinger - sprinkhaan - ringen
Voor het feest hangen we een [ ] op.
Bij de gymles zwaaien we aan de [ ].
Ik heb dorst. Ik [ ] een glas water.
Ik neem een aanloop en ik [ ] over het hek.
Een [ ] is een klein groen beestje.

De ziende leerlingen hebben bij dit werkboek een opzoekboekje waarin ze de woorden van de week kunnen opzoeken. Voor de blinde leerling zijn de in te vullen woorden gegeven. De blinde leerling heeft dus iets meer leeswerk maar is minder tijd kwijt met het opzoeken van de juiste schrijfwijze. Voor het woordbeeld is het goed om het hele woord op te schrijven.

Als u zelf dergelijke opdrachten maakt, kunt u ter afwisseling ook bijna het hele woord geven en alleen de klank ng of nk laten invullen. Bijvoorbeeld: Voor het feest hangen we een sli[ ]er op.

Voorbeeldopgave

Een woord invullen bij een plaatje:

Het plaatje is vervangen door een zin. De woorden zijn deels gegeven.

drie plaatjes met schrijflijntjes eronder

Didactische aanpassing

Opdracht 2.
Maak het woord af met drie medeklinkers.
Doe het zo:
Een vaas met een ba[rst].
1. De kat heeft do[ ].
2. De fiets bo[ ] op de auto.
3. De lamp krijgt [ ]oom.

De plaatjes zijn bij deze opdracht niet onmisbaar. Ze zijn een hulpmiddel om de schrijfwijze van de woorden te oefenen. Dit is een opdracht uit een werkboekje voor begin groep 4. De plaatjes zijn hier niet omschreven omdat dat teveel leeswerk is voor kinderen op dit niveau. De spellingcategorie van de les is ‘drie medeklinkers achter elkaar’. De kinderen hebben de in te vullen woorden al gelezen in het woordpakket. Desondanks kunnen de zinnen voor sommige kinderen onvoldoende houvast bieden. Daarom zijn van elk woord enkele letters gegeven.

[Bron afbeeldingen: Spelling in Beeld, herziene versie, kopieerboek 5, Zwijsen & Taalverhaal.nu, Spelling, Maatschrift 4a, ThiemeMeulenhoff]

Onmisbare afbeeldingen kunnen toegankelijk worden gemaakt door middel van een beeldbeschrijving.

terug naar het overzicht >>